Search
Close this search box.

Wie is Qima Zorg?

Qima speelt in op de behoeften van cliënten
met zorg, welzijn, coaching en advies op maat

Qima Zorg is in 2018 opgericht door Abderrahim Toukoki. Hij merkte in de praktijk dat er cliënten waren die om verschillende redenen geen aansluiting konden vinden bij de huidige zorgaanbieders en hulpverleningsinstanties. De cliënten konden daardoor niet geholpen worden en bleven hulpbehoevend. 

Qima Zorg speelt in op de behoefte van de cliënten met een maatwerk oplossing. Wij bieden geplande en ongeplande zorg aan in combinatie met welzijnsactiviteiten. Bovendien zorgen wij dat cliënten zorg en hulp krijgen op momenten dat zij dit het hardst nodig hebben. 

Wij willen een brug slaan tussen vrijwillige en gedwongen hulpverlening. Kenmerkend voor onze aanpak zijn passie en begrip, menselijke benadering en empathie, geduld en vriendschappelijkheid, creatief werken en out of the box denken. 

Onze visie
Samen met de cliënt richten wij de focus op de toekomst en proberen wij de cliënt terug te brengen in zijn eigen kracht. 

Onze missie
Een positief verschil maken voor mensen die een helpende hand nodig hebben en hun leven weer waarde geven. 

Methodiek

Presentiebenadering

Present werken begint in het primaire proces van Qima Zorg en kent allerlei gradaties: het raakt de hele organisatie en context waarin hulp verleend wordt. Het werkt door in de kwaliteits- en verantwoordingspraktijk. Daarom wordt er naast het bevorderen van presentiebenadering in het primaire proces ook veel aandacht besteed aan de organisatorische aspecten. Thema’s zijn werken vanuit de bedoeling (finaliteit), een lerende organisatie en een gastvrije leef- en werkomgeving.

Presentiebenadering staat niet op zichzelf, maar is altijd ingebed in de uitoefening van een bepaalde professie. De presentietheorie schrijft geen kant-en-klare werkwijze voort (het is geen methode), maar kent wel een aantal werkprincipes die zich mengen met de beroepsuitoefening. Zo is de begeleider benaderbaar, heeft een open agenda, heeft oog voor wat zich niet zomaar toont en ziet zorg als meer dan losse handelingen. Oplossingsgerichtheid is niet het uitgangspunt, maar presentie draagt wel bij aan goede, passende hulp (en voorkomt mismatch). Ook als er ogenschijnlijk niets (meer) gedaan kan worden, blijft de begeleider de client trouw en nabij. (bron Movisie en stichting presentie)

Oplossingsgericht werken:

Oplossingsgericht werken is er voor cliënten die zich niet meer in staat voelen om zelf, of met hulp van mensen in hun omgeving, hun problemen te hanteren. Dat wil zeggen: hun eigen oplossend vermogen schiet tekort. Dit probleem, een tekortschietend eigen vermogen, heeft de volgende kenmerken.

1) Verlies aan eigen kracht; client acht zichzelf niet meer in staat om zelfstandig of met hulp vanuit zijn directe omgeving de problemen tegemoet te treden. Client kan niet meer voldoen aan de eisen en verwachtingen die aan hem gesteld worden.
2) Verlies van coping vaardigheden; client ervaart dat client kennis en vaardigheden mist om de problemen te hanteren.
3) Verlies aan zelfbeschikking; client wordt zo bepaald door de problemen dat client de greep op (een deel van) het leven kwijt raakt.

Het hoofddoel van Oplossingsgericht werken is: cliënten hebben hun oplossend vermogen zodanig hersteld, dat zij in staat zijn om op eigen wijze en samen met mensen uit hun sociale context hun aanmeldprobleem om te bouwen naar een meer gewenste situatie. (bron Movisie)

Motiverende gespreksvoering

MGV kent een viertal uitgangspunten. Deze zijn: partnerschap, acceptatie, compassie en ontlokken. De begeleider werkt vanuit deze vier uitgangspunten. Niet als een truc, maar intrinsiek overtuigd dat deze elementen essentieel zijn in zijn hulpverlening van de client.

Partnerschap: vanuit werkelijk gelijkwaardigheid werken cliënt en begeleider met elkaar samen. Weliswaar verschilt beider expertise maar toch: beiden zijn expert en hebben elkaar nodig. De cliënt is expert in zichzelf en zijn dagelijks leven. De begeleider in zijn specifieke vakgebied en vertrouwt op de ‘andere’ expertise van de cliënt. Door nu werkelijk en zonder voorbehoud samen te werken komen beide expertises bij elkaar en ontstaat 1 + 1 = 3.
Acceptatie: de accepterende houding van de hulpverlener probeert de autonomie van de cliënt op volledige sterkte te laten functioneren. Is de autonomie (tijdelijk) verminderd dan zet de hulpverlener alles in het werk om de cliënt zijn potentieel volledig te laten aanspreken binnen de grenzen van het mogelijke. De cliënt is uiteindelijk degene die beslist.
Compassie: de hulpverlener doet alles om de belangen en het welzijn van de cliënt zo optimaal mogelijk te dienen. Dit aspect maakt dat professionals vaak een bepaalde voorkeur hebben voor wat betreft de richting van het veranderproces, namelijk de richting die bijdraagt aan het welzijn en de gezondheid van de cliënt. Compassie en acceptatie lijken elkaar in de praktijk weleens ‘in de weg’ te zitten.
Ontlokken: de hulpverlener probeert doelgericht gedachten en gevoelens van de cliënt te onderzoeken en te begrijpen ten einde samen met de cliënt zijn intrinsieke motivatie (zijn doelen, wensen, verwachtingen en beweegredenen) te ontdekken en te versterken. (bron Via perspectief)